Afgelopen winter heb ik weer flink gesnoeid en ook een aantal bomen moeten kappen om ruimte te maken voor naburige bomen.Alles groeit en wordt groter, en dan moet je na verloop van jaren uitdunnen.
Een van de uitgangspunten in ons project is dat zoveel mogelijk organische materialen hergebruikt worden in het project. Dat geldt zowel voor compost, stoken van eigen hout, opslag van snoeihout op een alsmaar groeiende takkenril. Voor het eerst waren er dit jaar dus een aantal flinke stammen waarvoor we een bestemming moesten zoeken. Dit jaar moesten ook een aantal bomen met duurzaam hout eraan geloven: Elzen, Wilde Kers, Beuk, Robinia. Daarvan kunnen we iets maken dat hopelijk ook in de buitenlucht een aantal jaren de invloed van weer en wind kan weerstaan.
Zo is het idee ontstaan om een stoel te maken, helemaal uit Oosterwolds hout. Zelf geplant en gegroeid, en geoogst, zoals onze regionale boomspecialist Jos Bregman het noemt. Eens in de zoveel tijd bedenk ik een nieuw project voor mezelf, ergens tussen praktisch en kunst. Zo hebben we al een amfitheater en een wapperbenenbank. En speelse steigers in de vijvers. De levende wilgenhut moeten we zeker op het conto schrijven van onze dochter Irene, maar valt in dezelfde categorie. Deze 'kunst' projecten hebben wel de neiging om uit de hand gelopen. Dat kunnen we van dit project ook wel zeggen.
Het idee achter deze stoel is dat alle stammetjes vertikaal staan en met elkaar worden verbonden met draadstangen. Op basis van de beschikbare stammen kom ik uit op een ontwerp met zeven stammetjes in voor-achterwaartse richting, en acht stammetjes in de breedte. Om dat allemaal aan elkaar te verbinden heb ik dertig draadstangen nodig, met het dubbelle aantal dopmoeren en een stuk of dertig extra moeren en zo'n honderd ringen om de stammetjes te zekeren. De stoel wordt met vier paalvoeten in de grond verankerd. Er is ook al een plek bedacht: naast de wilgenhut in de publiek toegankelijke zone met uitzicht op de grote vijver.
Er zijn wel een aantal praktische en logistieke probleempjes. Ten eerste brengen al die stammetjes hun gewicht met zich mee. En ieder stammetje is wel te hanteren, maar 56 stammetjes wegen ...... het is niet gelukt om de stoel op de weegschaal te krijgen, maar ik schat toch ruim 250 kilo!
Uiteraard zijn de stammetjes eerst zo goed mogelijk op lengte gezaagd. En dan moet vooral de bovenkant van ieder balkje, zoals die in de stoel wordt gemonteerd, recht zijn en glad genoeg om als zitvlak te dienen. Omdat de stammen te dik zijn om in één keer met mijn kapzaag door te zagen, moet het in twee of drie keer en dan krijg je het zaagvlak nooit mooi recht. Daar dient zich al een complicatie aan: er is geen enkel stammetje recht! Niet alleen moeten zijtakken en bobbels worden bijgewerkt. Als een stam krom is, hoe maak je dan de bovenkant recht? Dat is dus een beetje gokken. En daarna vooral veel schaven. Dat doe ik met de haakse slijper, waarop ik een metalen schaaf heb gemonteerd. Wel een monsterlijk gevaarte overigens. Als je niet oppast, kom je helemaal in een soort houtsnipperdouche te staan.
In ieder stammetje moeten dus vier gaten geboord worden, waardoor de draadstangen passen. Die gaten moeten op de juiste hoogte en in de goede richting. In een krom stammetje! Dat kost dus wel wat hoofdbrekens. De volgende puzzel is, in welke volgorde de stoel in elkaar wordt gezet. Ik begin met het aan elkaar zetten van de langste stammetjes die samen de rugleuning vormen. Ook bevestig ik daaraan de zestien draadstangen die de voor-achterwaartse verbindingen moeten maken. Als de stoel-in-wording op z'n rug ligt, kan ik nu per laag de stammetjes opbouwen. Eerst moet ieder stammetje op de twee draadstangen in voor-achterwaartse richting. De moeilijkste stap is vervolgens dat er ook dwars door iedere laag met stammetjes een extra draadstang moet, die de stammetjes in dwarse richting verbindt. Omdat alle stammetjes al vast zitten is het een precisiewerkje om de draadstang te laten passen. En omdat precisie bij natuurlijk gegroeide stammetjes wat te wensen overlaat, is er soms wat geweld nodig met een hamer, een grote ringsleutel, en bij tijd en wijle een krachtterm.
De laatste en zevende laag is extra gecompliceerd, omdat daar tussen alle balkjes stelmoeren moeten komen. Dan kan je de draadstang dus niet door de gaten heen timmeren, maar moet je de draadstang met geduld en beleid door de gaten draaien, en per balkje een moer mee laten draaien. Er is nog een uitdaging: de paalvoeten moeten aan de voorkant van de stoel vastgemaakt worden, en de enige logische manier is om de draadstang door de voorgeboorde gaten van de paalvoet aan te brengen. Maar dat vergt weer een precisiewerkje. Eindelijk zitten de zeven lagen op elkaar. Dan moeten de stangen nog op lengte worden gezaagd en voorzien worden van moerdoppen en ringen. Tegelijkertijd stel ik de stoel. Omdat niet alle stammetjes even breed zijn, moeten er keuzes worden gemaakt en de optimale afstand tussen stammetjes bepaald.
Als de hele stoel in elkaar zit, moet er nog worden bijgeschaafd. Je wilt immers een beetje comfortabel zitten tegen de rugleuning, en ook de armleuningen mogen geen obstakels en scherpe kanten hebben. Ook de balkjes van de zitting worden zoveel mogelijk gelijk geschaafd. Na het grove werk probeer ik het hout glad te schuren met fijner schuurpapier, nog steeds op de haakse slijper, want met een gewone schuurmachine begin je niks op dergelijk grof hout.
Daar ligt de stoel van goed 250 kilo op z'n rug op ons terras. Maar hij moet nog zo'n 50 meter versleept worden naar de opstelplek. Omdat ik niet zo gauw sjouwers kon vinden heb ik een antieke maar beproefde methode toegepast: De stoel rollen over houten balkjes. Net zoals de bouwers van de Egyptische Piramides en Nederlandse Hunebed-bouwers deden. Het is evengoed een heftige klus, en na een uur sjouwen staan de scherpe randen van de paalvoeten in mijn handen. Maar de stoel ligt op de weide bij de vijver. Het laatste stuk rol ik de stoel met hulp van Marie-José een stukje omhoog de oever op.
En nu moet de stoel nog op z'n poten komen. Daarvoor vraag ik onze buren Eduard en Bertel. Met vereende krachten kantelen we de stoel op z'n vier paalvoeten. En dan moeten de paalvoeten nog de grond in. Dat kan met een hamer, maar ook met menselijk gewicht. Eduard en Bertel leggen al hun gewicht in de schaal om de stoel in de grond te werken. Om de stoel af te stellen delen we de laatste tikken uit met
de voorhamer.
En dan staat de stoel op z'n plek. Uiteraard moet nog even uitgeprobeerd worden hoe de stoel zit.
De volgende dag werk ik de stoel af met lijnolie. Vooral het kopse hout absorbeert veel olie. Hopelijk wordt de stoel zo nog beter weersbestendig.
En zo staat de stoel als een soort gewichtige troon met uitzicht op de vijver. Vermoedelijk de eerste stoel, geheel vervaardigd uit Oosterwolds hout. Zelf geplant en gegroeid in goed negen jaar tijd.
Het is leuk om te zien dat de stoel een blikvanger is die uitnodigt om uit te proberen. Ik hoop dat veel bezoekers zich uitgenodigd voelen en dat de stoel nog jaren onze tuin kan sieren. Iedereen is welkom.
Het is zeker een frivool knutselproject geworden waarmee je plezier kunt hebben met elkaar.
Met veel dank voor de hulp van Eduard en Bertel. Het levert ook fotogenieke plaatjes op.