Deze week hebben we een aantal dagen een klein kraantje gehuurd. Met een uurtje instructie konden zoon Roy en ik het proberen. Eerst gaat zo'n kraan alle kanten uit, maar je krijgt het toch onder de knie.
Alleen is zo'n kraantje bijna niet opgewassen tegen deze klei. Om de paar scheppen moet je met een bats de klevende klei van de graafbak afhakken.
En ook blijkt het kraantje goed te kunnen rijden over hardere ondergrond, maar niet over de klei die tijdens de grote graafwerkzaamheden een week eerder was omgewoeld. Dus de eerste dag waren we een keer of vier aan het zwoegen om het kraantje uit de modder te trekken. Vooral door gebruik te maken van de trekkracht van de graafarm.
Omdat die reddingsoperaties weliswaar spectaculair waren, maar slecht voor mijn humeur, hebben we geen foto's van deze avonturen.
De volgende dag hebben we het kraantje toch in het lage moerasdeel weten te krijgen. Daar had de grote 21-tons-kraan van Bertil Hut al gereden, dus was die grond redelijk vast.
Wat heet vast! Je moest de klei echt openbreken op een diepte van zo'n 50 cm onder maaiveld.En alle kracht die het kraantje nodig had, gebruikte de klei om zo vast mogelijk aan de graafbak vast te kleven.
Weer hakken dus om de bak leeg te krijgen. Maar na nog een dag, is de sloot over vrijwel de hele lengte gegraven.
Nu alleen nog de grond omzetten. Wellicht met de kraan, en anders als een langdurig project met het handje.

primi sui motori con e-max.it