De afgelopen zomer heb ik samen met stagiaire Micha al gewerkt aan een beheerplan voor de vijver. En toen hebben we de rietkraag zo ver mogelijk weggemaaid. Zover als we erbij konden met de balkmaaier en met de bosmaaier. Maar het riet staat tot meer dan twee meter uit de oever, dus de laatste halve meter konden we niet bereiken.
Welnu, met deze ijsperiode, eens in de tien jaar, een goede gelegenheid om het resterende riet te maaien. Dat doet mij denken aan het oude ambacht van rietsnijder, zoals dat tegenwoordig nog maar in een paar plekken in Nederland wordt uitgevoerd. Ik zie nog wel eens stapels riet liggen in de Amblasserwaard. De oude rietsnijders maakten ook gebruik van ijsperioden om het moeilijk bereikbare riet te snijden wanneer je op het ijs kon staan.
We vertrouwen het ijs echter niet helemaal. Vooral niet waar er een dikke laag sneeuw op ligt. Af en toe hoor ik het dan ook kraken als ik mij op het ijs waag, met de zeis in de hand. Gelukkig gaat het goed in de grote vijver. Met de hark haal ik de restanten van de vijver.
En dan pas ik dezelfde truc toe op de paddenpoel. Daar ligt nog meer sneeuw, en inderdaad zak ik daar tot twee keer toe door het sneeuw-ijs. Meer dan een natte poot houd ik er niet aan over.
Het riet is natuurlijk al dood, maar toch helpt het wel om de restanten weg te halen, want dan kan in het voorjaar de zon ongehinderd in het water doordringen. En ook voorkomen we zo dat er teveel organisch materiaal gaat rotten in de vijver. En het voelt toch wel als een heroïsch klusje. :-) En vooral in de Paddenpoel is het verschil heel goed te zien!