Afgelopen week werden we opgeschrikt door een korte maar hevige stortbui met storm, als een orkaan. Een Iep langs onze Paradijsvogelweg moest eraan geloven, zoals we eerder berichten. Toen ik eergisteren in de bosstrook rondkeek, bleken er nog een drietal flinke essen te zijn omgestormd. Of tenminste, omgestormd: geknakt, vanaf de wortel. Dat is meestal een teken dat de boom redelijk gezond was. Anders zou de boom in de grond van zijn wortels scheuren. Bomen zijn extra kwetsbaar voor zomerstormen, omdat juist de meest gezonde bomen de grootste boomkruin hebben, en vol in het blad vangen ze dan enorm veel wind.
In één essenboom langs de bosrand hadden we vorig jaar geleden een vleermuizenkast gehangen, gemaakt door onze zoon Roy. De behoorlijk dikke boom hing schuin in een tweetal Haagbeuken, waardevolle bomen die de lacune van omvallende essenbomen moeten omvallen. Die kunnen niet maandenlang die druk van een paar ton gewicht torsen. Bovendien is zo'n schuin hangende boom gevaarlijk wanneer er toevallig iemand onderdoor loopt. Daarom heb ik voorzichtig de boom in stukken gezaagd met mijn reciprookzaak, en uit de Haagbeuken laten zakken. Wat een enorme hoop stammen en takken en bladeren van één boom! Maar de Haagbeuken zijn weer vrij.
De vleermuizenkast heb ik losgeschroefd. Dat biedt ook de gelegenheid voor een inspectie. En jawel, er zitten poepresten in de kast, bewijs dat de vleermuizen hun weg naar deze kast hebben weten te vinden. Geweldig! Vervolgens heb ik een nieuwe plek voor de kast gezocht en
opnieuw vastgeschroefd in een nieuwe essenboom. Hopelijk blijft die weer een paar jaar staan.......