We gaan een landschap maken van ongeveer tweederde hectare. Nu is dat nog een gebied van monocultuur aan landbouw, waar dit jaar de uien de grond in gaan. Ook de aangrenzende strook bos kent een monocultuur van essen. Om een landschap te laten ontstaan, moeten we dus de randvoorwaarden voor verschillende biotopen laten ontstaan.
Voor die biotopen zijn lichtinval (hoeveel zon is er?), natheid of droogte (hoe hoog is het?) en de grondsoort (zuur, zilt, venig, zanderig) van belang. De basisgrondsoort is klei en dat zal ook zo blijven. Alleen in specifieke biotopen zullen we proberen hier verandering in aan te brengen. Wel hopen we dat het toevoegen van organisch (bos) materiaal de ontwikkeling van het gebied versneld.
Het aanleggen van verhogingen (in de aardwal tegen het huis) en de grote plas zullen een forse ingreep in het landschap zijn. We gaan daarbij uit van een grondbalans van nul. Behalve benodigde zandhoeveelheid voor lokale drainage zullen we geen forse hoeveelheden grond toevoegen.
Het ontwikkelen van het landschap zal in generaties plaatsvinden. Enerzijds omdat wij niet alles in één jaar kunnen (en willen) aanleggen, anderzijds omdat voor het uitgroeien van bijzondere productiesoorten als tamme kastanjes, hazelaars en bessen tijd nodig is om uit te groeien en de planten onderling tot een evenwicht te laten komen. De pionierbomen (veelal wilgen en populieren, maar ook haagbeuk) die in de eerste plantrondes beschutting moeten genereren voor de andere soorten, gaan vooraf aan de duurzame soorten. Daar waar de meerjarige planten nog niet aanslaan zullen wij het gebied inzaaien met een kruidig mengsel.
Tussen de kaswoning en het houtwalpad loopt een "wetland". Een gebied waar het waterpeil hoger is (omdat de grond er lager is). Ook in dit gebied worden boerderijdieren geweid. We denken aan kleinvee als een geit, schaap en (de droom van Marien) een hangbuikzwijntje.
Het landschap is bedoeld om gezamenlijk met omwonenden van te genieten, maar ook voor hen die op een fietstocht even uit willen blazen of Nobelhorstenaren (of is het Nobelhorsters) die op zondagmiddag een uurtje om willen lopen. Daarom komt rondom in het landschap een wandelpad van ongeveer 500 meter. Wandelen is mogelijk langs de bosrand, door de houtwal en via het wandelpad langs de weg en een wandelpad parallel aan het ruiterpad langs de iepen aan de Paradijsvogelweg en langs de Grote Plas.
Het pad is grotendeels een smal pad, waarbij de ervaring van de natuur centraal staat. De natuurlijke begroeiing van het Houtwalpad, de Bosrand en het bessen en bramenpad langs de Paradijsvogelweg. Het pad geeft mooie doorkijkjes op zowel de intieme natuurgezichten in boomgaarden, op het zandstrandje, de natuurlijke oevers van de Grote Plas en de kikkers in de Paddenpoel. Rusten en genieten is mogelijk in het amfitheater en op diverse banken in het landschap.
De houtwal aan de zuidzijde van het landschap zal bij de eerste begroeiing van het landschap gaan behoren. Ze creëert op het land de eerste schaduw en creëert een veilige route om te lopen voor mens en dier.
De houtwal zal worden begroeid met de meest voorkomende, veelal inheemse gewassen in een houtwal als tamme kastanje, hazelaar (de vrucht heet hazelnoot), eenstijlige meidoorn (hazen en konijnen schijnen wel eens aan meidoorn te knagen), mispel, gewone vlier, brem of geitenklaver, sleedoorn, gewone braam, kardinaalsmuts, kornoelje en vuilboom. Door het toevoegen van klimop, kamperfoelie, klimroos en vlierbes wordt de houtwal steviger en minder doordringbaar. Ze is een veilige schuilplaats voor kleinere dieren en vogels. Planten die vruchten of noten dragen, zaaien zich gemakkelijk uit en vormen een voedselbron voor allerlei dieren.
Het wandelpad in de houtwal wordt een heerlijk beschut pad om te wandelen. Buren kunnen op dit pad makkelijk aanhaken. Hiervoor maken we afspraken op het moment dat buren bekend zijn.
In een landschap is weinig zo belangrijk als een groot water. Daarom komt ook in ons landschap een Grote Plas. De plas wordt goed zichtbaar vanaf de Paradijsvogelweg en ligt aan het bramen en bessen wandelpad. Middenin de plas rijst een stenige rotstong "de apenrots" op. Hiervandaan kun je goed de vissen in het water zien zwemmen.
Omdat we nooit te oud zijn om zandkastelen te bouwen komt aan de (zonnige) noordzijde van het water een klein zandstrandje. Alle oostelijke oever zullen op een natuurlijke en dus globale manier langzaam oplopen om zo amfibieën makkelijk aan land te laten komen. Door het graven van de Grote plas kunnen we de aardwal bij het huis aanleggen. Zo ontwikkelt het landschap zich met een "grondbalans die nul is".
Het water zal achter het kleine huis meer moerasachtig zijn, terwijl het in de overige delen diep genoeg is voor vissen.
De sloten zullen in de Grote Plas uitmonden.
Het aanleggen van de Grote plas en de aardwal zal tot de eerste activiteiten in het landschap behoren.
Het is gek dat in de polder waarin Oosterwold ligt, op het oog geen water te zien is. De sloten liggen in een patroon van zo'n 3 * 0,5 km. In de omtrek van het Paradijsvogelbosje is dan ook geen sloot te zien.
Verbindende schakel in ons landschap (en vanuit het landschap ook met buren) is de sloot die door het Paradijsvogelbosje slingert. Langs de houtwal loopt de sloot door de wetlands die daar komen (door het afgraven van grond). De sloot is belangrijk voor de afwatering van het omliggende land, maar vormt ook de bron waarmee we omliggende landjes kunnen begieten als dat in de hoogzomer nodig is.
De sloot is op de meeste plekken een smal slootje, dat met simpele brugelementjes over te steken is.
Ten westen van de kaswoning, bij de noordelijke boomgaard, komt aan het eind van de richel om de kaswoning een paddenpoel. Een paddenpoel is een ondiep water (zonder vis) waar met name ruimte is voor kikkers, padden en salamanders. De paddenpoel maakt onderdeel uit van de strook aan de zuidzijde van de kavel (binnen de grens van het houtwalpad) waar we door de grond licht af te graven wetlands creëren. (we suggereren hiermee een hoger waterpeil).
Het Paradijsvogelbosje grenst aan de noordzijde aan het reeds bestaande bos van Staatsbosbeheer.
De grasstrook aan de zuidzijde van dit bos blijft van Staatsbosbeheer, die deze strook gebruikt als bosbeheerpad. Eens in de zoveel tijd moet hierover een bosbeheermachine uit de voeten kunnen. Dit is een mooi graspad waarover gelopen kan worden.
Het bosje bestaat uit essen en enkele haagbeuken en populieren. Met Staatsbosbeheer proberen wij een kartelrand in de bomenrand te maken, waarbij we de monocultuur die nu in het bosje boventoon voert, veranderen door toevoeging van bloeiende en besdragende struiken. De strook biedt dan voedsel en beschutting aan veel vogels en wordt daarmee een echte bosrand. Hopelijk gaat Staatsbosbeheer in het bosje ook diversere bomen planten, waarmee het bosje minder gevoelig is voor ziektes
Voor ons eigen gebruik komt er een moestuin in het landschap. We gaan er naast de vele fruitbomen ook biologisch groenten en kruiden verbouwen. De groenten zullen we vooral in een aantal gestructureerde kleine velden telen. Kruiden zullen we deels op deze velden telen, maar zullen vooral groeien tussen alle andere bomen en struiken. Dit levert wandelingen door geurige lanen en velden op. Natuurlijk gaan we de compost die door het tuinafval ontstaat op onze eigen akker verwerken.
Om muziek- en toneelvrienden een plek te geven, willen we behalve een atelier in de kaswoning ook een amfi-theatertje in de openlucht bouwen. We hebben een aantal hele mooie voorbeelden gezien van amfitheaters voor een kleine hoeveelheid mensen, die een goede plek in een natuurtuin hebben. We hopen deze ruimte samen met vrienden een aantal maal per jaar met mooie (kleine) voorstellingen in te vullen. Hieronder een eerste maquette die laat zien dat het amfitheater in de aarden wal tegen het huis moet komen.
In ons landschap is niet alleen ruimte voor "serieuze" landbouw en landschapsactiviteiten. In het landschap maken wij ook ruimte voor de wilgentenenhut die we altijd al in de tuin wilden. Voor de kunstwerkjes van onszelf en anderen. Maar vooral ook ruimte om te spelen voor kinderen. Zandkastelen bouwen aan het strandje. Tussendoor bramen snoepen en aan het eind een pan soep koken. En natuurlijk kunnen wij een heleboel van de activiteiten die kinderen willen niet verzinnen, maar ze zijn heel erg welkom!
In een landschap horen ook een insecten thuis. Vrolijke bloemenweides waar bijen volop tot hun recht komen. Zeker in de eerste fase als nog niet alle bomen zijn uitgegroeid zal het landschap in hoge mate bestaan uit kruidenweides. En natuurlijk zal er ook daarna in vele delen van het Paradijsvogelbosje lekkers voor vlinders en bijen te vinden zijn. Daarnaast maken we bij beide woningen een echte vlindertuin. Door het landschap te verhogen en in de volle zon te situeren hopen we een optimaal klimaat voor vlinders te creëren. We zoeken een bijenhouder die straks zijn kasten bij ons uit laat rusten. Kun je ons vertellen welke planten bijen en hommels nodig hebben om het hele jaar rond bij ons te fourageren? Neem dan vooral contact met ons op!
In een productief landschap hoort natuurlijk ook een boomgaard. Een plek omzoomt door rode en groene haagbeuken. Waar allerlei soorten appel, peren en pruimenbomen worden aangevuld met rode, zwarte en kruis-bessenstruiken. Natuurlijk is er in de boomgaard plaats voor een picknicktafel, zodat je er in het vroege voorjaar volop van de bloesems kunt genieten.